VAN CRUYNINGEN P.J.
ZEEUWS-VLAANDEREN, Behoudend maar buigzaam. Boeren in West-Zeeuws-Vlaanderen 1650-1850.
Paperback, in-8, 483 pp. Diepgravende studie met 53 tabellen, 39 figuren, 5 kaarten, 23 foto's, 1173 referenties.
Op p. 11 e.v. wordt het gebied beschreven mét de geschiedenis van de grensafbakening. West-Zeeuws-Vlaanderen is het meest zuidwestelijke deel van de provincie Zeeland, gelegen op de L.O. van de Westerschelde, ten westen van de Braakman, de voormalige zijarm van de Westerschelde (met kaartjes). Het is dus een deel van Staats-Vlaanderen. Bevat een belangrijk hoofdstuk over grondeigendom. In 1665 bezaten de boeren slechts 10 procent van de landbouwgrond; de burgerij uit Vlaanderen bezat 15% (p. 103 e.v.). Ook kloosters uit Gent en Brugge bezaten er veel gronden. 1648 was in dit opzicht GEEN keerpunt. Veel grootgrondbezit: 40% van het land in handen van eigenaars met > 100 ha. Vele (maar niet alle) kadastrale bronnen uit 1832 zijn in 1940 verbrand (!). In de jaren 1820-39 nam het Vlaamse bezit toe met bijna 1.900 ha, ofwel 8 procent van het toenmalige areaal land.