VAN GINDERACHTER Maarten
Het rode vaderland. De vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme voor WO I.
Paperback, in-8, 493 pp., bibliografie, registers.
Noot Lucas Tessens: Er heeft een tijd bestaan dat de socialistische basis floot wanneer de Brabançonne werd gespeeld en men op feestelijkheden niet kon nalaten ook de Marseillaise te spelen. Of hoe de socialisten voortdurend heen en weer werden getrokken tussen internationalisme en nationalisme, tussen de sterke republikeinse stroming/doctrine en de aanvaarding van de monarchie, tussen liefde en haat voor Frankrijk en Duitsland, tussen de nationale vlag en de rode vlag, tussen de liefde voor het Vaderland (patriottisme) en de haat tegen de burgerlijke Staat, tussen Waalse en Vlaamse interpretaties/verzuchtingen, en tussen zgn. Vlaams-Waalse rassen(sic!)-tegenstellingen. De (Brusselse) partijtop (Vandervelde op kop) was er steevast op uit die tegenstellingen in een verbaal compromis weg te doen deemsteren. Alles was immers onderworpen aan de verovering van het Algemeen Stemrecht dat hen de absolute macht zou schenken. Enkel communautaire en (anti-)klerikale spanningen konden dat nog verhinderen. De socialistische top heeft zich in dat spinnenweb laten vangen (zie pp. 318 e.v.).