Universiteit Gent ontsluit 19de eeuwse kadastrale leggers - PoppKAD

LT
Universiteit Gent ontsluit 19de eeuwse kadastrale leggers - PoppKAD
Tussen 1842 en 1879 publiceerde Philip-Christian Popp (1805-1879) een kadastrale Atlas van België. Dit werk vormt vandaag een eersterangsbron voor al wie op zoek is naar harde informatie over vastgoed en grondbezit in de 19de eeuw.

Het project POPPKAD streeft de ontsluiting van dit omvangrijke basiswerk na met het oog op een betere kennis van de eigendomsverhoudingen in de negentiende eeuw.

MERS Antique Books Antwerp leverde een groot aantal kadastrale leggers voor dit project. Wij feliciteren het projectteam met de eerste realisaties.

Wouter Ronsijn (De kadasterkaarten van Popp: een sleutel tot uw lokale geschiedenis: historische geografie van Aarschot, Asse, Halle en Tienen aan de hand van de kadasterkaarten van Popp. Peeters-Leuven, 2007, 148 pp. - zie ons boeknummer 20070098 ) legde met zijn boek mee de basis voor dit project.
Stuurgroep:
Philippe De Maeyer, hoogleraar, Vakgroep Geografie, Universiteit Gent
Paul Janssens, hoogleraar emeritus, Katholieke Universiteit Brussel en Universiteit Gent
Wouter Ronsijn, postdoctoraal onderzoeker, Vakgroep Geschiedenis, Universiteit Gent
Stijn Van de Perre, docent, Arteveldehogeschool Gent
Bart Van de Putte, docent, Vakgroep Sociologie, Universiteit Gent
Eric Vanhaute, hoogleraar, Vakgroep Geschiedenis, Universiteit Gent (woordvoerder-promotor)
Projectcoördinator en contactpersoon: Sven Vrielinck, Vakgroep Geschiedenis, Universiteit Gent

Hieronder de kaart van de geanalyseerde gemeenten:




Commentaar:
De raadpleging van kadastrale bronnen is steeds een heikel punt geweest in het historisch onderzoek. Het grondbezit reflecteert immers de ongelijkheid in de verdeling van vermogen. In de 19de eeuw was grond het nec plus ultra van vermogen, rijkdom en macht. De huwelijken in de toplaag hadden een uitbreiding van die macht op het oog en de kadastrale atlas van Popp was net om die reden een handig instrument.
Emile Vandervelde (1866-1938) opende in 1900 met zijn studie 'La propriété foncière en Belgique' de weg maar na Wereldoorlog I viel het onderzoek naar grootgrondbezit zo goed als stil.
Was dat de prijs die het socialistische establishment betaalde voor het enkelvoudig stemrecht? Kwam er met andere woorden een stilzwijgende overeenkomst tot stand om de eigendomsverhoudingen buiten de politieke discussie te houden? Waarom zijn de historici meegegaan op deze weg? Welke acties werden er ondernomen om het Kadaster toe te dekken en niet meer consulteerbaar te maken? Was dat om de schrijnende ongelijkheid in de vermogens verborgen te houden? Gebeurde dat om te verbergen dat tijdens de Franse Revolutie enkele tientallen families hun grote slag hadden geslagen bij de verkoop van de zgn. 'nationale goederen'?
Het zijn vragen die het project POPPKAD niet zal beantwoorden. Maar men kan moeilijk om de vaststelling heen dat een systematische verwerking van de kadastrale leggers van Popp veel eerder had kunnen gebeuren indien de fondsen daarvoor waren vrijgemaakt. Er komt een tijd dat men onderzoek zal doen naar het waarom van niet-uitgevoerde onderzoeken, naar de achterliggende drijfveren, de belangen, de combines, de sturing van budgetten en universitaire centra.
Wij hopen dat PoppKAD niet alleen een analyse-instrument zal opleveren maar dat het ook een antwoord zal geven op volgende vraag: 'Hoeveel procent van de eigenaars had hoeveel procent van de onroerende goederen in handen?'

naar de PoppKAD site

LT@ wikipedia