Search





CATEGORIES


We found 1 book

We found 0 news items

We found 1 book

Mark van den Wijngaert
Van een unitair naar een federaal België - 40 jaar beleidsvorming in gemeenschappen en gewesten (1971-2011) : studie naar aanleiding van 40 jaar Vlaams Parlement
Hardcover, stofwikkel, in-8, 245 pp., bibliografische noten, bibliografie, index/register.

Dit boek biedt een diepgaande analyse van de Belgische staatshervormingen tussen 1971 en 2011, met bijzondere aandacht voor de rol van de gemeenschappen en gewesten. Het behandelt hoe België zich in die veertig jaar ontwikkelde van een unitair naar een federaal land. Het boek bespreekt de beleidsvorming, politieke veranderingen en institutionele ontwikkelingen, en belicht de impact van het Vlaams Parlement en de Vlaamse Beweging op het Belgische politieke landschap. Het is een waardevolle bron voor degenen die geïnteresseerd zijn in de Belgische politiek en de evolutie van het federale systeem.


Mark van den Wijngaert@ wikipedia
€ 20.00

We found 0 news items

Apache
Het stockholmsyndroom van de Vlaamse journalistiek - Over het boek 'De Belg' van Mark Koster - Over de groep Van Thillo
ID: 202402176642
Apache vindt het boek een gemiste kans en pleit voor een open debat over de Vlaamse media.


Land: BEL
Article 201412111058: Rapport Mediaconcentratie 2014 : Verhoogde mediaconcentratie zet diversiteit van het aanbod onder druk
VRM - Vlaamse Regulator voor de Media
Rapport Mediaconcentratie 2014 : Verhoogde mediaconcentratie zet diversiteit van het aanbod onder druk
ID: 201412111058
De Vlaamse Regulator voor de Media publiceert vandaag het rapport 'Mediaconcentratie in Vlaanderen 2014'.


Algemene conclusie van het rapport:

• De oefening om de Vlaamse mediasector af te bakenen wordt steeds moeilijker. Steeds meer crossmediale en convergente tendensen worden waargenomen. Vlaamse mediagroepen raken onderling steeds meer verstrengeld. Zo bestaan reeds drie mediagroepen uit intersecties van andere Vlaamse mediagroepen (De Vijver Media, Mediahuis en Medialaan). Mediagroepen zoeken vaker naar mogelijkheden om multimediaal sterk te staan en gaan daarbij wisselende allianties aan.

• Distributiebedrijven hebben steeds meer interesse in de voorliggende schakels van de waardeketen. Dit leidt tot toegenomen verticale concentratie.

• Hoewel er niet één speler is die de hele Vlaamse mediasector domineert, blijken vele vormen van concentratie (horizontaal, verticaal en crossmediaal) te bestaan binnen en tussen bepaalde mediavormen. Dit zet de diversiteit van het aanbod onder druk. Daarom beschrijft de VRM voor het eerst in het rapport de verschillende wijzen waarop de Vlaamse overheid reeds intervenieert om diversiteit en concurrentie in de mediasector te behouden en te stimuleren. De VRM somt in deze context extra uitbreidingsmogelijkheden op en geeft ook enkele beleidsaanbevelingen.


Belangrijkste conclusies per mediasoort:


Bij het medium televisie zijn door nieuwe technologieën de inkomstenmodellen gewijzigd. Contentproducenten, aggregatoren en distributeurs willen elk een zo groot mogelijk aandeel van de inkomsten voor zich houden. De VRM merkt op dat de totale hoeveelheid Video On Demand-opvragingen (en de gegenereerde inkomsten) voor het eerst stagneren. Dit heeft mogelijks te maken met het verschijnen van alternatieven.


De slechte financiële situatie van de regionale televisieomroeporganisaties blijft aanhouden. De voorgaande minister van media heeft hier een nieuwe regeling opgesteld. Deze wordt in 2015 effectief.


De markt van de gedrukte media blijft algemeen een dalende tendens kennen. De periodieke bladen werden geconfronteerd met toenemende concurrentie vanwege de weekendbijlagen van dagbladen. Het aantal verkochte exemplaren van de kranten is, net zoals het voorgaande jaar, gedaald. Lichtpunt is dat de betaalde digitale oplage wel stijgt. Mediahuis, de samenwerking tussen Concentra en Corelio werd mede opgericht om deze situatie het hoofd te kunnen bieden. Dit heeft echter ook gezorgd voor een verhoging van de concentratie. De kans op verschraling van het nieuwsaanbod is dan ook niet denkbeeldig.


Bij het medium radio valt de aanhoudende ketenvorming bij de lokale radio's op. In 2013 was de opkomst van lokale radioketen Story FM (onderdeel van de Sanoma-groep) een opvallend gegeven. In 2014 nam het belang van deze keten toe doordat het aantal aangesloten radio's steeg tot 16. Het percentage ketenvorming bij de lokale radio's ligt op 72%. Doordat radio Nostalgie in 2012 officieel een landelijke radio geworden is, is binnen de radiomarkt de mediaconcentratie op basis van marktaandelen afgenomen. VRT blijft echter de dominate speler binnen dit zeer geconcentreerde mediasegment.


De concentratiemaatstaven, en dus ook de verhoudingen tussen de spelers, bij het medium internet zijn nagenoeg gelijk gebleven. Het gebruik van mobiel internet neemt steeds meer toe. Dit is onder andere toe te schrijven aan de toenemende populariteit van apps.


Het inhoudelijke luik van het rapport werd op 1 oktober 2014 afgesloten. Wijzigingen die nadien werden aangekondigd zijn niet meer opgenomen in het rapport.


Het volledige PDF-rapport is downloadbaar vanaf de site van VRM ...

nws
5 juni 2002: Gaston Geens (1931-2002) overleden. R.I.P.
ID: 200206058423
Gaston C.S.A. Geens (Kersbeek-Miskom, 10 juni 1931 - Winksele, 5 juni 2002) was een Vlaams politicus en de eerste minister-president van de Vlaamse Regering

Biografie[bewerken]
Gaston Geens behaalde aan de Katholieke Universiteit Leuven een doctoraat rechten en een licentie economie. Hij manifesteerde mee voor de terugkeer van Leopold III en deed mee met het verzet van de CVP tegen de onderwijspolitiek van Leo Collard (1954) onder de linkse regering Achille Van Acker IV (1954-1958). Geens noemde zichzelf een typisch partijproduct van de Schoolstrijd. In 1954 werd hij lid van de CVP-Jongeren.

In 1961 behoorde hij - als eerst onderdirecteur en vervolgens directeur van de studiedienst CEPESS van de CVP - samen met Frank Swaelen en Leo Tindemans tot de think tank van de partij. In 1972 werd hij lid van het hoofdbestuur.

Op 11 oktober 1970 werd hij verkozen tot raadslid van Winksele voor de lijst Winksele Toekomst. Na de fusie in 1977 zetelde hij kort in de gemeenteraad van Herent voor de CVP.

Onder Leo Tindemans kreeg hij op 25 april 1974 de portefeuille van staatssecretaris voor Begroting en voor Wetenschapsbeleid. Na de regeringswijziging in 1976 (noodzakelijk na de breuk in het Rassemblement Wallon) behield Geens zijn portefeuille, maar dan als volwaardig minister. Tijdens de stakingen die het ABVV en het ACV tegen het Egmontplan voerden, kondigde Tindemans vervroegde verkiezingen aan. Geens behaalde daarbij een persoonlijk succes met bijna 25.000 voorkeurstemmen. Hij werd minister van Financiën in de regering-Tindemans II. De regering Tindemans II zou echter vallen over het Egmontpact.

Geens behield zijn portefeuille in de overgangsregering Paul Vanden Boeynants. Geens bleef op Financiën in de regeringen onder leiding van Wilfried Martens I en II, tijdens Martens III kreeg hij zijn vroegere post van begroting terug. In Martens IV bleef Geens minister van Begroting maar werd hij daarbij ook adjunct-minister naast Willy Calewaert (onderwijs). Hij werd tevens voorzitter van de eerste echte Vlaamse deelregering in opvolging van zijn partijgenoot Rika De Backer.

In de korte regering van Mark Eyskens (van april tot september '81) behield hij deze functies.

Door de vervroegde verkiezingen werden de deelregeringen vroeger dan verwacht losgekoppeld van de nationale regering.

Eind december 1981 werd Geens aangesteld tot minister-president (toen nog "voorzitter" genoemd) van de eerste autonome Vlaamse Executieve.

In de periode april 1974-oktober 1980 zetelde hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd. Vanaf 21 oktober 1980 tot mei 1995 was hij lid van de Vlaamse Raad, de opvolger van de Cultuurraad en de voorloper van het huidige Vlaams Parlement.

Geens zal vooral herinnerd worden als de man die Vlaanderen officieel vorm gaf naast een nieuwe economische identiteit dito elan. Via de DIRV-campagne (Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen), die als sluitstuk de Flanders Technology beurs had, werd Vlaanderen zelfzeker gepositioneerd. De eerste Flanders Technology (de "international" kwam er pas later bij) werd georganiseerd van 3 tot 7 mei 1983. Geens hield eraan verschillende actoren bij elkaar te brengen. De Flemish Aerospace Group (FLAG), het IMEC en de GIMV kwamen mee onder zijn impuls tot stand. Hij lanceerde de uitspraken: Wij zullen moeten bewijzen dat wij wat we zelf doen, beter doen, meestal verkeerd geciteerd als wat we zelf doen, doen we beter en het België met de twee snelheden (dit laatste onder grote consternatie van de andere gewesten).

Hij heeft ook in grote mate mee de basis gelegd voor een vernieuwd sociaal overleg in Vlaanderen. In 1998 werd hij benoemd tot minister van Staat. Gaston Geens overleed op zeventigjarige leeftijd thuis aan een hartstilstand.

Op 30 mei 2009 werd in Aarschot door premier Herman Van Rompuy een standbeeld van de politicus onthuld. Het werk is van de hand van Jan Rosseels en staat opgesteld in het centrum van de stad. Daarnaast werd ook de nieuwe laan in Heverlee aan het IMEC, en dit op initiatief van Burgemeester Louis Tobback, naar de eerste Vlaamse minister-president vernoemd.
Land: BEL
TESSENS Lucas
C.V. Lucas TESSENS
ID: 199802151111
Lucas TESSENS (Antwerpen, 20 september 1953) studeerde in 1978 met onder¬schei-ding af aan de K.U. Leuven als licentiaat Communi¬catieweten¬schap¬pen. In 1979 mocht hij voor zijn eerder economisch gerichte thesis over het faillisse¬ment van de Stan¬daard-groep de 'Persprijs Frans Theelen' (Concentra) ontvangen.


Van 1980 tot 1987 was hij secretaris-generaal van de Nationale Fede¬ratie der Informa¬tie Weekbla¬den (NFIW-FNHI). Hij bouwde de NFIW in korte tijd om tot een professionele beroepsorganisatie van de weekbladuit¬gevers. Zo vatte hij de moeilijke taak aan om de weekbladen door de politieke wereld te doen erkennen als een volwaar-dige tak van de pers. In 1983 organiseerde hij, samen met de Neder¬landse NOTU, het FIPP-congres te Brussel (een kassucces met 394 deel¬nemers uit 19 landen). Verder for¬maliseerde hij de procedure voor de erkenning van reklame¬bureaus en koppelde daaraan een Centrale Debi¬teuren Bewaking (CDB), waar¬door de achterstallige betalingen van bureaus onmiddellijk fors terugliepen. Ook zetelde hij in de Commissie Post-Pers (een orgaan dat adviezen verleent over de postale distributie in België) en in de Bedrijfs¬raad Papier (adviezen aan de Federale regering over de papiersec¬tor).


Hij initieerde het lobby- en studiewerk dat leidde tot VTM. Hij adviseerde wijlen Jan Merckx, de latere Voorzitter van VTM, betreffende de te nemen strategische en tactische stappen in het ingewikkelde media-dossier. In 1984 schreef hij in opdracht van de Vlaamse Media Maatschap¬pij (VMM) de blauwdruk voor het commerciële tv-station en in 1986 het financieel plan.
Hij onderzocht een aantal mathematische modellen om tot een gefundeerde verdeling van het aandelenkapitaal te komen. Om de tred van de staatshervorming te volgen, splitste de NFIW/FNHI zich onder zijn impuls intern op in een nederlandstalige en een franstalige vleugel. Tegelijk werden de weekbladuitgevers aangemaand hun nederlandstalige en franstalige 'dubbel-titels' onder te brengen in afzonderlijke SA/NV's (RdV/Femmes, IUM/SIE, TVV/EFB).
In die periode adviseerde hij de beleidsverantwoordelijken over de uit te werken mediawetgeving ('must carry'-principe op de kabel, meerderheidsdeelname van de uitgevers, geleidelijkheid, begeleidende maatregelen, bijkomende rentesubsidies in het kader van de expansiewetgeving, exclusiviteit, ...) teneinde commer¬ciële TV niet het débâcle van de geschre¬ven en de schrij¬vende pers te laten zijn. Dit leidde uiteindelijk tot het Decreet van 28 januari 1987, dat VTM mogelijk maakte, en de Wet van 6 februari 1987, die de TV-reclame in België regelt.
Tegelijk pleitte hij echter ook voor een versterking van de openbare omroep omdat die een onver¬vangbare rol te vervullen heeft. Voorwaarde was echter dat een groter deel van het kijk- en luistergeld aan de Vlaamse gemeen¬schap zou geristorneerd worden, zo luidde het pleidooi.


In 1988 stapte hij in de sector van de pers¬dis¬tributie en in 1991 werd hij research director in een communi¬ca¬tiebu¬reau en ontwikkel¬de aldaar het Media Expert Research System (MERS), een databank over massamedia gekoppeld aan een uitgebreid archief.


In februari 1993 belastte de Vlaamse regering het MERS met de opdracht de Vlaamse media¬sector (pers, radio, tv, kabel) door te lichten. Dit resulteerde in een rapport "De Vlaamse Media" (eerste versie in maart 1993) dat periodiek geactuali¬seerd werd (de laatst beschikbare versie telt 400 blz.).


Vanaf 1 oktober 1993 vormt het MERS een zelfstandi¬ge divisie van het communica-tiebureau NV Advies & Produktie. Begin 1995 volgt dan de benoeming van Lucas Tessens tot bestuurder van deze vennoot¬schap.


In januari 1994 liet Lucas Tessens in het weekblad Trends een vrije tribune verschijnen onder de titel “Koop de kabel”. In diezelfde maand schreef het MERS, voor het Kabinet Van den Brande, de draft-opdracht voor het Studiesyndicaat "Nieuwe diensten op kabel en/of telefoonlijnen" en trad in juni 1994 toe tot dit syndicaat (GIMV + Vlaamse regering). Dit leidde tot het project 'Telenet Vlaanderen' (spraaktelefonie en multimedia op het breedband-kabelnetwerk) dat op 26 oktober 1994 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd.


In de maanden mei en juni 1994 organiseert A&P/MERS vijf grote evenementen met culturele inslag ter gelegenheid van 75 jaar Krediet aan de Nijverheid (Kunstnocturne Octave Landuyt te Antwerpen, wereldpremière Ocean door 'Merce Cunningham Dance Company' te Brussel, Manufacture de Cristaux du Val Saint-Lambert te Seraing, Boottocht met retrospec¬tieve v/h Humorfestival te Knokke-Heist, Openings-feest Adolphe Sax te Dinant).


In december 1994 schrijft het MERS voor Creyf's Interim, en later ook voor UPEDI, een strategie uit die het gebruik van 'dedicated teletext' aankaart voor de verspreiding van jobadvertenties.

In 1995 verdiept het MERS zich in de relaties tussen de intercommunales voor teledistributie, commer¬ciële tv-stations, betaal¬televisie en Telenet. Ook de com-municatiestrategie van de Provincie Vlaams-Brabant m.b.t. de Brusselse rand wordt onder de loupe genomen. Voor de Bond van Grote en Jonge Gezinnen houdt hij in november 1995 een opgemerkt, ditmaal maatschappelijk getint, referaat met als titel "De Vlaamse media en het kantelen van de zekerheden".


In januari 1996 produceert het MERS voor MultiChoice een databank betreffende bios¬coop, box office en audimetrie. Aansluitend hierbij wordt de Vlaamse videomarkt en de versplin¬tering op de tv-markt onderzocht. In dezelfde maand adviseert het MERS een internationale mediagroep bij de strategische herpositionering van een tv-program¬mablad; de repercussies van het advies zijn voelbaar tot op corporate-niveau.


In februari 1996 wordt A&P/MERS aangezocht om de lancering van 'Central Station', de electroni¬sche knipsel¬dienst van de Belgische dag- en weekbladen, te verzorgen (8 mei 1996). Aansluitend organiseert A&P/MERS de demonstratiesessies.


Vanaf juni 1996 levert het MERS samen met EVH management consultancy voor VTM inzake de uitbouw van teletekst (VTM en Kanaal2).

In juni/juli 1996 actualiseert het MERS zijn rapport over de teledistributiesector: "De kwintessens van de Vlaamse kabel" (structuur, abonnees, jaarrekeningen-analyse, upgrade bandbreedte, terugweg).


In augustus 1996 onderzoeken het MERS en EVH samen (en in eigen beheer) de mogelijkheden van digitale cartografie voor de visualisering van marketinggegevens en de aanmaak van gebruiksvriendelijke management-boordtabel¬len. Dit onderzoek wordt verder gezet.


Vanaf september 1996 treedt A&P/MERS op als strategisch consultant voor IBM en het COI in het dossier van de outsourcing van de heffing en inning van het Vlaamse kijk- en luistergeld. Dit tax collecting dossier gaat over een bedrag van ca. 16 miljard BEF. Tevens behelst het de begeleide transfert van meer dan 170 Belgacom-per¬soneelsleden naar een andere bedrijfscultuur.


In januari 1997 licht het MERS de mediamarkt door in opdracht van MultiChoice Benelux. Hiervoor werd een origineel positionerings-tool (codenaam 'Yalta') op basis van de recentste CIM-studie ontwikkeld. Aanbevelingen voor een herziening van de marketingstrategie volgden hieruit.


Vanaf januari 1997 onderzoekt het MERS de mogelijkheid om een systeem van media-indicatoren op te zetten. Hierbij worden een groot aantal markt- en media-data (van demografie over papierprijzen tot audimetrie) in een experimenteel en multi-disciplinair model samen¬gebracht. De media bewegen zich immers in een bedding van steeds sneller fluc¬tuerende socio-economische variabelen. Een boordtabel voor media-mana¬gers moet de resultante zijn van het praktijkgerichte onderzoek.


Begin 1997 start het MERS een onderzoek in eigen beheer: "Justitia". Het onderzoek spitst zich toe op de information flow binnen het justitie- en opsporingsapparaat.


In maart 1997 tekent A&P/MERS een contract (1997-2002) met de intercommunale CIPAL voor de levering van management consultancy inzake de due diligence en de organisatie van de inning van het kijk- en luistergeld, in outsourcing gegeven door de Vlaamse regering (zie ook hoger). Zo treedt het MERS o.m. op als liaison officer met de kabelmaatschappijen en coördinator van de interne (o.m. Intranet) en externe com-municatie.


Tussen 1 mei en 31 december 1997 treedt Lucas Tessens deeltijds op als verantwoordelijke voor de (interne en externe) communicatie van de Handelshogeschool Antwerpen.


Daarnaast verleende het MERS strategisch advies aan een aantal groepen uit de mediawe¬reld, aan een belangrijke holding en aan het Kabinet van de Minister-President (o.m. voor 'Medialab'). Daarbij gaat de aandacht meer en meer uit naar de digitalisering van media-inhouden, de marketing-aspecten van digitale distributie en de verhouding tussen klassieke (print-)media en nieuwe (massa-)media.